woensdag 18 februari 2009

Een roemrijk verleden

Istanbul is de stad van waaruit de Ottomaanse sultan een rijk bestuurde dat van Algerije tot de Balkan strekte. Daarvoor was het al de hoofdstad van het Byzantijnse Rijk. En vandaag herinnert er nog veel aan het roemrijke verleden.

Of de bureaucratie ook uit lang vervlogen tijden dateert weet ik niet, maar feit is wel dat ik vandaag om half zeven moest opstaan om in groep naar het politiebureau te gaan om een verblijfsvergunning aan te vragen en dat ik daar pas tegen elf uur buiten was. Het was nummertje trekken aan het loket en er waren nog honderd mensen te gaan voor het aan mij was. Gelukkig kon het bureaucratische leed enigszins verzacht worden met een simit uit de cafetaria.

Terug naar het roemrijke verleden. Ik wou Delphine en Karel de Basilica Cisterne tonen. Dat is een ondergronds waterreservoir uit de zesde eeuw, dat in latere tijden het paleis van de sultan van water voorzag. Mijn promotor in Gent had gezegd dat ik het zeker moest bezoeken en het was inderdaad een van de mooiste plaatsen die ik tot nogtoe in Istanbul heb gezien. Ik had Özgü meegenomen, een student die ik gisteren heb ontmoet in de keuken van de dorms. Een lieve gast die wat moeite had met zijn Engels. Dat is ook niet zo evident. Het is sjiek hoe goed de meeste studenten hier Engels spreken. Ik denk dat Engels leren voor hen moet zowat even moeilijk moet zijn als Turks leren voor mij is.












Na de cisterne bezochten we de Aya Sofia, een van de plaatsen die je toch wel moet gezien hebben als je naar Istanbul gaat. Niet onmiddellijk het mooiste gebouw, maar het symboliseert wel de verschillende invloeden die de stad gemaakt hebben tot wat ze is. Aanvankelijk was de Aya Sofia een kerk, maar na de val van Constantinopel werd ze een moskee. Minaretten werden gebouwd en christelijke muurschilderingen werden vervangen door islamitische. In de beginjaren van de Turkse republiek, na de Eerste Wereldoorlog, maakte Atatürk een museum van het gebouw en werden sommige christelijke muurschilderingen terug zichtbaar gemaakt. Het zorgt voor opmerkelijke combinaties.

Het was tijd voor thee en we gingen wat zijstraatjes in om uit de dure toeristische wijk te ontsnappen. We kwamen terecht in een wijk met allemaal winkels van auto-onderdelen. Dat kom je hier vaak tegen, winkels van eenzelfde soort die zich verenigen in een bepaalde wijk. Zo heb je bijvoorbeeld rond de Galatatoren een hele wijk met winkels van neonlichten.

Na de thee gingen we naar Ortaköy, in het Noorden van het Europese deel, vlakbij de eerste brug over de Bosporus. We gingen er samen met Tuğba Kumpir eten. Kumpir is Turks fastfood en is gebakken aardappel opgevuld met groenten en eventueel vlees. Het is wel lekker, al verkies ik toch pida.

Morgen moet ik mijn verblijsvergunning afhalen. Dat duurt gelukkig maar tien minuten. Maar ik moet wel weer naar het politiebureau. De afstanden in Istanbul zorgen ervoor dat je gemakkelijk heel wat tijd verliest. Ik heb ook nog les, en 's avonds moet ik al afscheid nemen van mijn eerste bezoekers.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten